Lichaamstaal, mijn hond?

Ik wandel graag in het bos, tijdens die wandelingen kom ik vele mensen met honden tegen. Voor de beeldvorming ik wandel alleen, op dit moment heb ik geen hond. De meeste honden die mij passeren, snuffelen even en we lopen beide weer door. Ik passeer de honden vanuit hun lichaamstaal. Wat houdt dat in? Niet recht op een hond aflopen, en bij dichterbij komen vertraag ik mijn tempo. Zo geef ik de hond, keus en ruimte om alle informatie die ik bij me draag op te kunnen snuffelen.

Nou zijn er een paar situaties dat de hond of de verzorger reageert op wat ik doe of zijn hond doet. Ik neem je mee naar die situaties.

De eerste, ik wandel in het bos. Het pad wat ik bewandel is smal. Voor menselijke begrippen breed genoeg, maar voor je hond is die vrij smal. Ik wandel op een kruispunt af, en ineens komt van het pad rechts van mij een hond om de hoek en loopt mijn pad in. Ik was nog zo’n 50 meter van het kruispunt af.

Nou kun je denken, dat is nog een behoorlijke afstand. Ja voor menselijke begrippen misschien wel, maar voor deze jonge hond niet.

Hond loopt los, de verzorger is op enige afstand achter de hond. De hond komt in een snel tempo de bocht omzetten. Ziet mij, bevriest. Gaat vervolgens liggen. Ik merk in dit proces op, dat de hond mij niet had verwacht en helemaal in zijn eigen wereld zat. Ik merk daardoor ook dat het een jonge hond is. Waarom, de hond ging liggen, dit is overspronggedrag. De hond had even tijd nodig om mijn energie te observeren en te schakelen.

Ik pas gelijk mijn lichaamstaal aan, als in, ik vertraag direct mijn tempo. Ik loop niet recht op de hond af en kijk daarbij naar rechts en links. De hond reageert hierop nog wat onzeker, door te gaan blaffen. Voor mij een teken, om nog meer te gaan vertragen en te gaan gapen. Allemaal rustgevende signalen voor de hond.

Met dat ik dat doe, staat de hond iets wat onzeker op en loopt toch in een boog op me af. Ik maak ook gelijk een boog van de hond af, om zo de hond te respecteren. De hond zijn ruimte te kunnen geven. Nu komt het leukste gedeelte. De verzorger van de hond komt de hoek om en dit is zijn reactie “oh deed de hond raar tegen je? Want ze blafte naar je”.

Waarop ik reageer, nee je hond was onzeker en ze had even tijd nodig om te schakelen qua energie. De man kijkt me ligt verbaast aan en vervolgt zijn wandeling weer. Dit is dus een verzorger van een hond, die de lichaamstaal niet eigen is. Blaffen staat niet altijd gelijk aan agressie.

Ik vind het belangrijk dat verzorgers van een hond, de lichaamstaal kennen van hun hond. En nee, deze is niet ingewikkeld. Dieren, maar in dit geval de honden communiceren puur. 



De tweede situatie is wat korter. Maar geeft ook een goed beeld van een verzorger die de lichaamstaal niet kent van zijn hond.

Ik wandel in het bos. Het pad is vrij rechtuit, ik zie op een afstandje al een meneer met zijn loslopende hond aankomen. Direct pas ik mijn wandeltempo aan omlaag. Ik begin naar rechts te lopen om zo de hond ruimte te geven, en hierdoor loop ik een boog richting de hond.

De hond ziet dat als een vriendelijke maar voor hun een zo normale begroeting. De hond komt dichterbij en loopt in zijn boog door richting mij. Met dat de hond bij me is, ga ik stil staan. Om zo de hond alle tijd te geven om de informatie die ik bij me draag op te kunnen snuffelen.

Iedere hond die mij zo benaderd, ga ik niet aaien. Aaien is een menselijk iets. Waarop de verzorger reageert “hij bijt niet”. Waarop ik antwoord “dat weet ik”. Wat dus aangeeft dat de verzorger van de hond, de lichaamstaal van de hond niet kent. Ik heb het al in een andere blog beschreven. Als een hond bij je komt, dan komt die bij je om je informatie op te snuffelen.

Afhankelijk van zijn lichaamstaal erna, wil die hond wel of niet geaaid worden. De hond komt dus niet bij je om geaaid te worden.













Populaire posts